1. Angst voor terugkomst van de kanker. “Ik was jong en gezond toen ik de diagnose kreeg, hoe zorg ik dat het niet terug komt?”
2. Ongemakkelijke sociale situaties. “Praten over kanker kan mensen ongemakkelijk maken. Sommige vrienden vermijden me en weten niet wat ze moeten zeggen”
3. Onzekerheid over lichaam en gevoel van eigenwaarde. “Ik sportte altijd op hoog niveau, nu kan ik de ene dag heel veel, de andere dag helemaal niks. Vrienden vinden het moeilijk om hier rekening mee te houden”.
4. Onvruchtbaarheid. Sommige chemo behandelingen en bestralingen veroorzaken onvruchtbaarheid. “Ik had altijd in gedachten om een gezin te hebben rond mijn 28ste, niet een vervoegde menopauze.”
5. Angst voor seks en daten. “Als ik direct over mijn verleden vertel schrik ik nieuwe partners misschien af en wat vinden ze van de littekens op mijn lichaam?”
6. Stemmingswisselingen en verdrietig zijn. Onredelijke verwachtingen over terug naar “normaal” gaan kunnen depressies veroorzaken.
7. Late effecten. Kans op andere vormen van kanker is groter, daarnaast kunnen er late bijwerkingen zijn. “Ineens zat ik tussen allemaal bijna gepensioneerden in het ziekenhuis voor een staaroperatie, kwam door de bestraling die ik heb gehad.”
8. Verloren gevoel van zingeving. Voor veel jongvolwassenen is werken moeilijker of is het moeilijk om zingeving te vinden in het werk dat ze daarvoor deden. “Na mijn ziekenhuisperiode vond ik het moeilijk om mensen op kantoor zich zo druk te zien maken over oppervlakkige zaken”.
9. Financiële onzekerheid. Verzekeringen zijn moeilijker af te sluiten en het is moeilijk een hypotheek te krijgen voor het kopen van een huis.